27 maart 2017. Een groot deel van Vlaanderen zit aan hun beeldbuis gekluisterd, want vanavond komt het antwoord op de vraag “Wie is nu de mol”.
Proef 1. Drie volwassen mensen krijgen hulp van een groep kinderen om drie opdrachten tot een goed einde te brengen. Davey doet sport en begint met “I need strong guys.”, en net voor mijn gender-vooroordelen-alert-alarmbel kan afgaan voegt hij er aan toe “or woman.”, en denk ik dat ik rustig verder kan kijken. Nadat de sterkste kinderen, toevallig dan toch allemaal jongens, worden gerekruteerd, blijft nog de taal- en wiskundegroep over. En dan komt het: “De meisjes mogen met haar meegaan, en de jongens met mij.”
Serieus?
De voice-over probeert om de gebeurtenissen zo neutraal mogelijk te vertellen “De rest van de klas wordt opgedeeld volgens geslacht, want ze gaan er van uit dat de jongens beter zijn in rekenen, en de meisjes beter zijn in taal.”
Serieus?
Ik dacht dat ik van een jonge, vrouwelijke politie-inspecteur kon verwachten dat die wist hoe het was om bevooroordeeld te worden omwille van je gender. Ik dacht dat een 58-jarige godsdienstleerkracht in haar carrière met genoeg diversiteit in aanraking was gekomen, ik dacht dat die ons net aanleerde wat onterechte vooroordelen zijn. En waarom protesteerde iemand die er zich wel van bewust was dat ook meisjes sterk kunnen zijn niet als men er vanuit ging dat de jongens beter waren in wiskunde, en slechter in taal?
Ik dacht dat we verder zaten. Ik dacht dat we net meisjes aan het motiveren waren om wiskundige en wetenschappelijke richtingen te kiezen. Ik dacht dat menig onderzoek ondertussen al had aangetoond dat meisjes even goed kunnen zijn in wiskunde als jongens.
Iedereen kan de mol zijn. Welke leeftijd, welk geslacht, welk beroep we ook hebben: drie willekeurige mensen werden bijeen gezet, en alledrie dachten ze nog dat de jongens wel beter zouden zijn in wiskunde. Iedereen kan de mol zijn. In het heetst van de strijd blijven we toevertrouwen op een stel diepgewortelde vooroordelen.
En zo voeden we die vooroordelen. Als we jongens niet laten helpen in een taal-opdracht, zullen die leren dat taal hun ding niet hoort te zijn. Als we de meisjes niet laten oefenen in wiskunde, kunnen hun wiskunde-skills niet verbeteren. Als we een kind leren dat het in dat ene vak beter hoort te zijn, dan zal het beter worden in dat vak.
Een groep enorm jonge kinderen werd zonder dat ze het goed en wel beseften in een hokje geduwd. Iedereen werkte er aan mee, iedereen was de mol.
Puk

(afbeelding xkcd.com)